Bezoek je Granada dan kun je niet om het Alhambra heen, het is zo groot en er is zoveel te zien dat we er zonder moeite een dag doorbrengen.
Granada is echter ook de stad van de flamenco, we komen op straat een originele flamencodanser tegen. Vader begeleidt op de gitaar, zus zal ook wel dansen maar gaat nu met de ‘pet’ rond en moeder heeft de touwtjes in handen.
Uitgerust en met fris gewassen kleding, voor een dag, vertrekken we uit het mooie Granada. Langs dezelfde rivier waar we de stad zijn binnengekomen fietsen we nu aan de andere kant de stad uit. Over een lekker vlak fietspad vliegen we vooruit om er na een aantal kilometers achter te komen dat we misschien iets te vlot en te enthousiast van start zijn gegaan. We missen daardoor een afslag en fietsen wat anders door een extra lus van acht kilometer te maken. Ach, het is mooi weer en uiteindelijk komen we toch wel weer op het goede spoor. Behalve wielrenners komen we niemand tegen, af en toe een dorp waar de huizen er stil en gesloten bij staan, soms een bar die open is en waar we graag aanschuiven voor een kop koffie. De vaste bezoekers zitten al aan een tafel of aan de bar met koffie, bier of wijn. Na de eerste nieuwsgierige blikken worden er voorzichtige opmerkingen gemaakt en vervolgens vriendelijke bemoedigingen vooral voor de hellingen die ons te wachten staan.
Zagen we voor Granada de Sierra Nevada groeien, nu zien we deze langzaam uit ons zicht verdwijnen en wordt er plaats gemaakt voor een nieuw uitzicht, nieuwe bergen, nieuwe uitdagingen.


Tja, die bergen, die bergen …
We hebben er een haatliefdeverhouding mee. Af en toe zien we als een berg tegen de hellingen op maar het uitzicht en de omgeving zijn zo fantastisch mooi dat we dat toch ook weer niet willen missen. Het is flink pieken op steile hellingen maar ook lekker naar beneden, liever niet te lang want uiteindelijk moeten we toch weer omhoog. Af en toe golven en halen we de bovenkant met wat bijtrappen en soms zit er niets anders op dan een stuk te lopen. Het vraagt behoorlijk wat inspanning van onze armspieren om de fiets met bagage omhoog te duwen. We stoppen dan ook regelmatig om op adem te komen en tegelijkertijd genieten we dan nog eens extra van de uitzichten.

We plannen onze afstanden op de pieken en waar we kunnen overnachten. Veel pieken: korte afstand en welke plaats vinden we dan haalbaar en is daar ook iets open?
Het blijft soms puzzelen en zoeken. Een telefoontje naar een accomodatie in het Spaans is ook een hele uitdaging en gelukkig krijgen we daar soms hulp bij. Onze gastheer spreekt een beetje Duits en met het weinige Spaans van ons komen we er toch uit. Hij belt voor ons naar adressen voor de volgende dag, helaas het ene is bezet het andere gesloten en nummer drie vinden wij te duur. In een keer doorfietsen naar Ronda vinden we met de vele beklimmingen geen optie en kiezen we uiteindelijk voor een dorp dichterbij waar nog wel iets beschikbaar is. In plaats van een lange en een korte dag naar Ronda keren we het om en wordt het een korte en een lange dag.

In Alhama de Granada is het de eerste keer dat we nergens terecht kunnen om nog iets te eten. Gelukkig is de supermarkt nog open waar we wat eten inslaan en picknicken we op onze kamer in het hostal.
De volgende dag lijkt ons hetzelfde te overkomen maar er is een nog een bar open waar we tapas kunnen eten. We kiezen op goed geluk van de menukaart en wijzen bordjes van andere bezoekers aan. Even zijn we verbaasd als de ‘fritos’ gefrituurde sardientjes blijken te zijn in plaats van de frietjes die wij in gedachten hadden.
In de provincie Granada zagen we al veel amandelgaarden maar nu we ondertussen in de provincie Malaga en weer wat zuidelijker zijn zien we de eerste bloesem aan de amandelbomen. Ook is er nog veel bedrijvigheid in de olijfgaarden waar druk wordt gewerkt om olijven te oogsten. In de bermen zien we voorjaarsplanten al voorzichtig omhoog komen maar de winter zit er nog niet op. Overdag is het lekker fris, heerlijk weer om te fietsen maar ’s nachts koelt het nog flink af en kan het vriezen. We houden ons tentje voorlopig nog even ingepakt en profiteren van de warme kamers.



De route door de bergen blijft ons verrassen. Bij iedere nieuw dal komen we in een ander landschap terecht, alles even mooi. Na de laatste beklimmingen volgt een lange afdaling naar Ronda. We genieten er dubbel van in de wetenschap dat we even niet meer omhoog hoeven.


