Het is verleidelijk om voor de kortste weg naar Ribe te kiezen ook al is deze druk. Na een kilometer haken we alsnog af en nemen de veel stillere binnenwegen.
Het is rustig als we in Ribe komen, tijd voor de eerste stop bij een Deense bakker voor koffie en koek. Als je de winkel binnenkomt zou het glazuur spontaan van je tanden kunnen springen door al het mieren zoete gebak. Een gebakje met aardbeien ziet er nog enigszins gezond uit.
We dwalen door een paar kleine straatjes maar het wordt al snel drukker in het oudste stadje van Denemarken. Maar dat ligt waarschijnlijk aan ons. Als we fietsen komen we vrijwel niets of niemand tegen, komen we dan in een groot dorp of kleine stad dan vinden we het al snel te druk. We zoeken al snel de rust weer op.
Na alle uitgestrekte weilanden en landbouwgronden fietsen we ondertussen meer door bos, dat komt goed uit want de temperatuur loopt op en dan zorgt schaduw voor een beetje verkoeling.
Het laatste stuk van de dag naar de camping zorgt voor een uitdaging: tien kilometer door een grindbak, 500 meter door een zandbak en als alternatief voor het zand 500 meter door een vers met gier bemest weiland.
We komen met een lekker luchtje aan op de camping.
