20 juni 2021

Het voorspelde onweer van een dag eerder kwam later ’s nachts om twee uur voorbij of was het misschien om vijf uur. We horen het gerommel als golven aan komen rollen en weer afnemen, afgewisseld met lichtflitsen. Gelukkig komt het niet al te dichtbij, regen en storm weerstaan we wel in ons tentje maar onweer voelt nog altijd ongemakkelijk aan met slechts minder dan een millimeter doek als beschutting.
Tussen de heuvels door genieten we even van een vijftien kilometer lang, vlak, rechttoe rechtaan fietspad over een oude spoorlijn die naar Viborg gaat.
Na een pauze en een kleine wandeling door Viborg fietsen we al snel weer de heuvels in.

In Vammen vinden we een heerlijk rustige camping, een groot en groen terrein waar nu maar een handjevol gasten zijn. Hier houden we ook een rustdag. Een dag niet fietsen, misschien een wandeling, zwemmen in het meer, kano varen, maar in ieder geval de was wassen. De volgende ochtend vallen de plannen letterlijk in het water als de regen met bakken uit de lucht komt, de eerste regen sinds we 1 juni zijn vertrokken.

Op het terrein is een klein paviljoen, een fijne, droge en warme plek om te zitten.
Waar we ’s avonds nog met enkele mensen en muziek rond het haardvuur zaten, zitten we daar nu met zijn tweeën met onze was rondom aan de lijn. Op deze manier komen wij de dag wel door.

Als om drie uur de zon en wind het overnemen van de regen verhuizen we de was naar buiten voor de laatste droogronde en maken zelf nog een korte wandeling. Daarna nog even lekker onderuit in onze stoeltjes genieten van het uitzicht voordat we gaan koken.

De campings in Denemarken zijn ideaal voor ons als fietsers. Er is altijd wel een keuken aanwezig en vaak ook nog een plaats waar je droog kunt zitten. Onze eigen keuken blijft in de fietstas zitten.

De gemiddelde leeftijd van de campinggasten ziet er tot nu toe aardig grijs uit. Op een van de campings is een speciaal lager ‘zestigplus’ tarief. We zien later pas dat we als ‘volwassenen’ zijn ingeschreven en beschouwen het maar als compliment dat wij niet als zestigplussers worden gezien.